Spring naar de hoofdinhoud

Vraaggestuurde decentrale ventilatie

Vraaggestuurde decentrale ventilatie geeft u de best mogelijke luchtkwaliteit in elke ruimte – met het laagst mogelijke energieverbruik. Er hoeft geen keuze te worden gemaakt tussen voorrang geven aan de luchtkwaliteit – en dus aan het welzijn van de mensen in de ruimte – en voorrang geven aan het energieverbruik. Het kan gewoon allebei tegelijk.
Vraaggestuurde decentrale ventilatie

Decentrale ventilatie wordt geïnstalleerd in de ruimte die moet worden geventileerd. Hierdoor is het ook mogelijk om elke ruimte afzonderlijk te regelen via individuele instellingen.

Naast individuele basisinstellingen voor elke ruimte kunnen we met behulp van verschillende sensors de ventilatie ook automatisch regelen als dat nodig is. Dat kan met een PIR-sensor (bewegingssensor), die de ventilatie activeert wanneer er beweging in de ruimte is. Het kan ook met een CO2-sensor, die het luchtvolume intelligent regelt op basis van het aantal personen in de ruimte. U kunt ook kiezen voor een TVOC-sensor, in combinatie met de CO2-sensor, die het volume van vluchtige organische gassen meet.

In sportfaciliteiten zoals kleedkamers kunt u er ook voor kiezen de ventilatie te regelen op basis van de vochtigheidsgraad, zodat deze altijd op het gewenste niveau blijft.

Er zijn dus tal van mogelijkheden om verschillende basisinstellingen te combineren met sensors. De opties voor tijdregeling, CO2-sensor, TVOC-sensor, PIR-sensor en hygrostaat vindt u hieronder.

Tijdgestuurde ventilatie

Tijdgestuurde ventilatie

In ruimtes die regelmatig worden gebruikt, is het vaak een goed idee om te kiezen voor tijdgestuurde basisventilatie.

Zowel in klaslokalen als in kantoren kan het nuttig zijn de basisventilatie een uur voor de aankomst van mensen te starten. Op die manier is er vanaf het begin van de dag verse lucht in de ruimte. U kunt kiezen of u de ventilatie uitsluitend volgens een weekschema regelt of aanvult met een sensor. Vooral in ruimtes waar zowel het gebruik als het aantal gebruikers van de ruimte variëren, is een aanvulling met een CO2-sensor en mogelijk een TVOC-sensor zinvol. Op die manier wordt de luchtcapaciteit automatisch aangepast aan het aantal gebruikers van de ruimte (CO2) of aan de vluchtige gassen (TVOC) die worden uitgestoten.

Er zijn zeven verschillende tijdprogramma’s met individuele instelpunten en een nachtkoelingsprogramma, zodat u ruimschoots de mogelijkheid hebt om de meest gebruikte tijdschema’s voor te programmeren.

Vraaggestuurde decentrale ventilatie met CO2-sensor

Vraaggestuurde decentrale ventilatie met CO2-sensor

Het CO2-gehalte wordt al lang gebruikt als indicator voor de luchtkwaliteit in binnenruimtes. Op veel plaatsen bestaat er wetgeving die de maximale CO2-waarden regelt, enerzijds omdat die een betrouwbare indicator vormen van het activiteitsniveau en dus van de behoefte aan luchtverversing, en anderzijds omdat het CO2-gehalte met een hoge mate van nauwkeurigheid kan worden gemeten. Het is dus zowel toepasselijk als technisch mogelijk om CO2-niveaus te gebruiken om de ventilatie te regelen.

De lucht die we uitademen bevat CO2, dus hoe meer mensen er in de ruimte zijn, of hoe meer we ons bewegen, hoe hoger het CO2-gehalte wordt.

Het is dus zeer zinvol om in ruimtes met een onregelmatiger gebruikspatroon gedurende de dag te kiezen voor ventilatie die wordt geregeld op basis van het CO2-niveau. Het kan daarbij gaan om klaslokalen of de vele verschillende soorten ruimtes in basisscholen en kinderdagverblijven. Andere ruimtes waarvan het gebruik sterk varieert, zijn bijvoorbeeld groepsruimtes, vergaderzalen of kantines enz.

Tijdschema in combinatie met sensors

In scholen werkt de basisventilatie meestal volgens een schema, aangevuld met CO2-vraagsturing. Dat betekent dat de ventilatie in het grootste deel van de school na sluitingstijd stopt. Maar die ene ruimte die nog moet worden gebruikt voor een ouderavond wordt nog wel van verse lucht voorzien, omdat de ventilatie ook wordt geregeld op basis van het CO2-niveau.

Er zijn verschillende combinatiemogelijkheden voor het regelen van de ventilatie. Er kan ook een PIR-sensor worden toegevoegd, die de unit start wanneer beweging wordt gedetecteerd en hem stopt wanneer er niet meer wordt bewogen in de ruimte. De CO2-sensor past het luchtvolume dan aan, aan het aantal gebruikers van de ruimte. De PIR-sensor fungeert dus als start/stop voor de basisventilatie, en het luchtvolume en de luchtkwaliteit worden geregeld met de CO2-sensor.

Nieuw is dat we de ventilatie nu ook vraaggestuurd kunnen regelen met behulp van een TVOC-sensor, gecombineerd met een CO2-sensor.

Vraaggestuurde decentrale ventilatie met PIR-sensor

Vraaggestuurde decentrale ventilatie met PIR-sensor

De ventilatie-unit kan worden ingesteld om te starten/stoppen via een signaal van een PIR-sensor (bewegingssensor). Als de PIR-sensor beweging detecteert, wordt een startsignaal naar de ventilatie-unit verzonden. De unit start de normale werking met het luchtvolume en de toevoertemperatuur die vooraf zijn ingesteld. Wanneer er geen beweging meer wordt waargenomen, stopt het signaal en stopt de unit na de vooraf ingestelde looptijd.

Het PIR-signaal wordt vaak gebruikt om de werking van de unit om te schakelen van basisventilatie naar normale werking wanneer er mensen in de buurt van de sensor zijn. Vraaggestuurde ventilatie met een PIR-sensor is bijzonder geschikt voor gebruik in ruimtes met onregelmatig gebruik, zoals vergaderruimtes, bibliotheken en kleedkamers.

In ruimtes die niet regelmatig worden gebruikt, kan het zinvol zijn om het starten van de ventilatie-unit met basisventilatie over te laten aan de PIR-sensor, en vervolgens het luchtvolume te laten regelen door een CO2-sensor. Met deze combinatie is het meestal de CO2-sensor die regelt wanneer de ventilatie-unit weer moet stoppen.

Voor locaties met zowel regelmatig als incidenteel gebruik kan het zinvol zijn de ventilatie tijdens de ingestelde uren te laten draaien volgens het tijdschema en de CO2-sensor, en op andere tijdstippen te laten starten en stoppen door een PIR-sensor. Dit kan bijvoorbeeld een klaslokaal zijn dat naast het normale gebruik overdag ook af en toe gebruikt wordt voor ouderavonden en dergelijke.

Luchtvochtigheid

Luchtvochtigheid

Luchtvochtigheid speelt ook een belangrijke rol bij het bereiken van binnenluchtcomfort. Als de luchtvochtigheid te hoog is, bestaat het risico van rot en schimmelvorming in het gebouw, met in het ergste geval gevolgen voor de gezondheid. Te droge lucht kan droge ogen, droge slijmvliezen enz. veroorzaken, wat ook een bron van ongemak is.

Een normale, aangename luchtvochtigheid ligt tussen 30–60%, wat het gezondste binnenklimaat oplevert voor zowel mensen als gebouwen. Hierbij moet worden opgemerkt dat een hoge luchtvochtigheid bijzonder hinderlijk kan zijn voor astmapatiënten, aldus het Nederlandse Longfonds.

Airmaster is van mening dat de eerste stap in het voorkomen van uitdroging van de lucht in een ruimte in de winter bestaat uit het instellen van vraaggestuurde regeling van de luchtverversing door middel van CO2, TVOC en/of Airmaster adaptieve luchtvochtigheidsregeling. Bovendien is het goed om de kamertemperatuur onder controle te hebben en niet onnodig hoog te laten worden. Beide zullen een gunstig effect hebben op het bereiken van de gewenste luchtvochtigheid binnenshuis.

Wat is de ideale luchtvochtigheid binnenshuis? 

<30% – Als de relatieve luchtvochtigheid binnenshuis lager is dan 30%, is er een verhoogd risico dat sommige mensen ongemak ondervinden van het droge binnenklimaat.

30-60% – Vochtigheid in dit bereik is normaal, en gezond voor zowel mensen als gebouwen. In de zomer is de luchtvochtigheid vaak aan de hoge kant, en in de winter aan de lage kant.

60-70% – Als de relatieve luchtvochtigheid binnenshuis op dit niveau of hoger ligt, is het te vochtig en kunnen er problemen met bijvoorbeeld schimmel ontstaan.

Adaptieve regeling

De ventilatie-units van Airmaster kunnen worden voorzien van een extra vochtsensor en een extra uitgebreide programmering.

Door de integratie van een vocht- en temperatuursensor op zowel de in- als afvoer, kan de absolute luchtvochtigheid nauwkeurig worden berekend.

Automatische aanpassing aan de weeromstandigheden

De regeling op basis van de luchtvochtigheid zorgt ervoor dat de lucht in de winter niet uitdroogt en vermindert de luchtvochtigheid in de zomer.

Deze efficiënte en energiezuinige regeling garandeert een gezond binnenklimaat en een lage energiefactuur. 

Regeling via wandhygrostaat

Een hygrostaat registreert de relatieve luchtvochtigheid en verstuurt vervolgens een start- of stopsignaal naar de ventilatie-unit. Het start-/stopsignaal kan worden ingesteld. De luchtvochtigheid beïnvloedt de lengte van hygroscopische kunststofdeeltjes. Afhankelijk van het vochtgehalte activeren de deeltjes een contact dat het signaal afgeeft.

Wanneer de gewenste relatieve luchtvochtigheid wordt overschreden/onderschreden, verstuurt de hygrostaat een start-/stopsignaal naar de ventilatieunit. Hygrostaten worden vaak gebruikt om de werking van de unit te wijzigen van basisventilatie in volledig bedrijf wanneer de gewenste relatieve luchtvochtigheid wordt overschreden.

De hygrostaat shoudt de luchtvochtigheid automatisch laag.
Leverbaar voor montage in de ruimte of ingebouwd in de unit
.